Al jaren is stilzitten de norm in het onderwijs. Met de X-Wall willen wij daar verandering in brengen! Wij willen beweging stimuleren bij kinderen maar ook ouderen. Lees verder en kom erachter, hoe jij bewegend leren kan toepassen bij jou op school!
Bewegend leren omvat alle activiteiten die een leerkracht in zijn/haar klaspraktijk kan toepassen met het oog op het bereiken van kennis, vaardigheden en attitudes enerzijds en het verhogen van de fysieke activiteitgraad anderzijds.
In dit artikel leggen we je alles uit over wat bewegend leren is, welke vormen van bewegend leren er bestaan en hoe jij als leerraar eenvoudig bewegend leren kan toepassen bij jou op school.
Bewegend leren is een innovatieve onderwijsmethode die fysieke activiteit integreert met cognitieve of academische uitdagingen, met als doel het verbeteren van zowel het leren als de fysieke gezondheid van studenten. In tegenstelling tot traditionele leermethoden, waarbij leerlingen veel tijd zittend doorbrengen, moedigt bewegend leren studenten aan om actief te zijn terwijl ze nieuwe informatie verwerken of bestaande kennis toepassen.
Deze aanpak is gebaseerd op het groeiende bewijs dat fysieke activiteit niet alleen goed is voor de lichamelijke gezondheid, maar ook positieve effecten heeft op de hersenen. Onderzoek heeft aangetoond dat beweging de concentratie kan verbeteren, het geheugen kan versterken, en de creativiteit kan stimuleren. Bovendien kan het stress verminderen, wat een beter leeromgeving creëert.
Bewegend leren kan vele vormen aannemen, van eenvoudige activiteiten zoals staan of rondlopen tijdens de les, tot meer gestructureerde oefeningen die specifiek zijn ontworpen om te integreren met de leerstof. Bijvoorbeeld, rekenoefeningen kunnen worden gecombineerd met springen of lopen, of taallessen kunnen worden verrijkt met bewegingsgebonden spellen.
Deze methode is niet alleen beperkt tot jonge kinderen of het basisonderwijs; het kan ook effectief zijn voor oudere studenten en zelfs volwassenen. Het belangrijkste is dat bewegend leren erkent dat lichaam en geest met elkaar verbonden zijn, en dat het stimuleren van beide tegelijkertijd kan leiden tot een rijker, meer betrokken leerproces.
Bewegend leren is een dynamische en veelzijdige aanpak die het leerproces transformeert door fysieke activiteit te integreren. Deze benadering kan worden onderverdeeld in drie kernvormen, elk met een unieke focus en doelstellingen: Beweging als middel, Leren door beweging, en Inzichtelijk leren. Deze verschillende vormen benadrukken de flexibiliteit en de breedte van bewegend leren, waarbij elke vorm een specifieke manier biedt om lichamelijke activiteit te combineren met cognitieve ontwikkeling.
Leren door beweging is een manier die helpt de lesstof onder de knie te krijgen door middel van beweging. De nadruk ligt op het automatiseren van de leerstof. Voorbeeld: Een leerling leest een woord voor, een andere leerling maakt het woord door in de juiste volgorde te springen op de letters van het woord.
Inzichtelijk leren houdt in dat de bewegingen een functionele invulling krijgen. Door te bewegen op een bepaalde manier en de inhouden te beleven, verwerven de leerlingen inzicht in de leerstof. Voorbeeld: De leerkracht vraagt aan de leerlingen om verschillende geleerde hoeken te maken aan de hand van de stand van benen. Daarbij wordt eveneens lenigheid geoefend.
Welke vorm van bewegingsintegratie ook wordt ingezet, het belangrijkste is dat leerlingen meer bewegen op school (in en buiten de klas). Bewegend leren is de perfecte manier om leerlingen meer te laten bewegen zonder de focus op kennis-, vaardigheden- en attitudeontwikkelingen te verliezen. Het uiteindelijke doel, het vergroten van de competenties bij leerlingen, wordt in het oog gehouden.
Download nu gratis onze Whitepaper over bewegend leren. In deze whitepaper staan bewegend leren oefeningen waarmee je direct aan de slag kan gaan met jouw klas.
Bewegend leren heeft een aanzienlijke invloed op de cognitieve ontwikkeling van kinderen en jongeren. Deze onderwijsmethode, die fysieke activiteit combineert met leren, is niet alleen een innovatieve manier om de lesstof levendiger en interactiever te maken, maar speelt ook een cruciale rol in het stimuleren van de hersenfuncties. Onderzoek wijst uit dat beweging de hersenactiviteit kan verhogen, wat leidt tot verbeterde aandacht, snellere informatieverwerking en een sterker geheugen.
Door kinderen aan te moedigen om te bewegen terwijl ze leren, worden ze niet alleen fysiek actiever, maar ervaren ze ook direct de voordelen van deze activiteit op hun vermogen om nieuwe informatie op te nemen en te verwerken. Bewegend leren stimuleert de aanmaak van nieuwe hersencellen en de ontwikkeling van neurale verbindingen, wat essentieel is voor het leren en het onthouden van nieuwe kennis. Daarnaast kan deze methode helpen bij het verminderen van stress en angst, wat een positief effect heeft op het leervermogen en de algemene mentale gezondheid.
De cognitieve ontwikkeling focust op denkprocessen, met name de denkprocessen die bepalen hoe personen informatie verwerken en op de invloed die denken heeft op het gedrag. Een bekende onderzoeker binnen de cognitieve ontwikkeling is Jean Piaget. Hij ontwikkelde de informatieverwerkingstheorie, waarbij het denken van personen wordt vergeleken met de elektronische verwerking van informatie van een computer. Informatie die binnenkomt, wordt opgenomen, gefragmentariseerd, gecatagoriseerd, verwerkt en opgeroepen door het geheugen. Dat leidt tot een bepaalde uitkomst, bijvoorbeeld een mening, oplosing of gedrag.
Meer specifiek stelt Piaget dat de denkontwikkeling in een vaste volgorde van vier periodes verloopt. De vier verschillende periodes zijn:
Basisschool kinderen bevinden zicht in het concreet operationele stadium. Daarbinnen is het denken van het kind gekoppeld aan realistische en concreet voorsletbare situaties. Verder kan het kind ook, in tegenstelling tot peuters en kleuters, een uitgevoerde handeling in gedachten terugdraaien naar de oorspronkelijke situatie. Het kind op het basisonderwijs is ook in staat om de positie van een ander in te nemen, het kan focussen op zowel een toestand van iets als het proces ervan, het kan objecten ordenen volgens een bepaalde dimensie.
Er is steeds meer wetenschappelijk bewijs voor de stelling dat matig tot intensief bewegen ook het cognitieve functioneren van leerlingen positief kan beïnvloeden. Meer bewegen laat leerlingen beter presteren in het onderwijs. Het toenemen van lichamelijke activiteiten hangt op een positieve manier samen met het cognitieve functioneren op de schoolprestaties.
Volgens Collard, Boutkan, Grimberg, Lucassen en Breedveld (2014) leidt regelmatig deelnemen aan sport- en beweegactiviteiten tot veranderingen in de hersenstructuur. Meer bepaald vindt er een verhoogde aanmaak van zenuwcellen plaats, worden er meer verbindingen tussen zenuwcellen gemaakt en is er een verhoogde synapsplasticiteit. Algemeen is geweten dat bewegen een positieve invloed heeft op de doorbloeding van onze hersenen, de activatie van het centrale zenuwstelsel en de verhoging van enkele stoffen zoals adrenaline en dopamine.
De executieve functies, ofwel de uitvoerende controlefuncties, omvatten allerlei cognitieve functies die nodig zijn voor planning en besluitvorming, bijsturing en foutencorrectie van gedrag, nieuwe vormen van gedrag en voor het inschatten van moeilijke situaties. Verbeterde executieve functies hebben een positief effect op schoolprestaties. Korte lichamelijke inspanningen hebben een gematigd positief effect op cognitieve vaardigheden zoals de executieve functies blijkt uit onderzoeken.
Heel wat studies beschrijven het effect van bewegen in de klas op de aandacht van de leerlingen. Er is licht bewijs voor een effect van sport en bewegen tijdens de schooluren op de aandacht en concentratie. Een mogelijke verklaring is dat intensieve fysieke activiteit leidt tot een betere doorbloeding van de hersenen (Collard et al., 2014). Dat bewijs blijkt echter nog niet sterk en niet eenduidig. Het is ook niet duidelijk of dat effect op langere termijn leidt tot betere schoolprestaties. Verder tonen Ratey en Hagerman (2009) aan dat lichaamsactiviteit een positieve invloed heeft op het geheugen, de concentratie en het gedrag in de klas.
Sport en bewegen hebben een positief effect op de fitheid van leerlingen. Uiteraard is dat effect afhankelijk van onder andere de intensiteit, de duur en het type activiteit. Daarnaast is er een krachtig bewijs voor het effect van sport en bewegen op motorische vaardigheden (Collard et al., 2014). Er zijn namelijk aanwijzingen dat leerlingen die voor hun zevende jaar motorische vaardigheden verwerven, een blijvende motorische voorsprong hebben op leerlingen die dat niet doen.
De laatste jaren is er steeds meer onderzoek gedaan naar de relatie tussen sport, bewegen en schoolprestaties. Onderzoek van Collard en collega's (2014) toont aan dat over het algemeen wordt geconcludeerd dat sport en bewegen niet of soms positief gerelateerd is met schoolprestaties”. Verder stellen ze dat er geen negatieve relaties worden gevonden, wat suggereert dat extra lichame- lijke activiteit gedurende een schooldag geen negatieve invloed heeft op schoolprestaties van leerlingen. “De onderzoeken naar het effect van sport en bewegen op schoolprestaties geven bovendien vaak weinig inzicht in de frequentie, de duur, de intensiteit en het type activiteiten die uitgevoerd moeten worden om effect te genereren” (Collard et al., 2014). Toch geven Ratey en Hagerman (2009) aan dat leerlingen met een grotere fitheid ook hogere toets scores hebben.
Bij het implementeren van bewegend leren in het onderwijs stuiten scholen vaak op twee belangrijke belemmeringen: tijd en ruimte. Docenten ervaren een gebrek aan tijd als een significante hindernis, gezien de voorbereiding van bewegend leren lessen vaak als tijdrovend wordt beschouwd. Daarnaast speelt de beschikbaarheid van geschikte ruimtes een cruciale rol; niet elke school beschikt over de benodigde faciliteiten om beweging en leren effectief te combineren.
Een andere uitdaging is de onzekerheid over het bereiken van de curriculaire doelen. Hoewel bewegend leren talrijke voordelen biedt, zoals verbeterde concentratie en hogere leerprestaties, worstelen sommige scholen met de vraag hoe deze aanpak effectief kan worden geïntegreerd zonder de kernleerdoelen uit het oog te verliezen.
De X-Wall is een innovatieve oplossing die deze belemmerende factoren wegneemt. Met de X-Wall wordt bewegend leren nog eenvoudiger en leuker! Bovendien zijn de spellen en activiteiten ontworpen om naadloos aan te sluiten bij de leerdoelen van het curriculum, waardoor de onzekerheid over het bereiken van deze doelen wordt weggenomen.
De Interactive X-Wall is een digitale speelmuur waarmee bewegend leren eenvoudig is toe te passen in het (basis)onderwijs. Zonder dat het jou extra tijd of moeite kost!
De X-Wall zet kinderen aan om tot een leuke en vernieuwende manier van bewegend leren. Rekensommen oplossen, woorden spellen, andere talen bijspijkeren of topografische uitdagingen? Dankzij de X-Wall en meer dan 60 verschillende games worden kinderen vanaf 4 jaar uitgedaagd te leren en bewegen. De games zijn er op het gebied van educatie, sport en fun en in uiteenlopende moeilijkheidsgraden.
Ben jij benieuwd naar de mogelijkheden van een X-Wall en wil jij zien hoe de speelmeer het onderwijs op jouw school kan verrijken? Laat je contact gegevens achter zodat we kunnen laten zien hoe jij bewegend leren eenvoudig kan integreren in het onderwijs met de interactieve muur.
Wil je meer informatie over de X-Wall of heb je nog andere vragen? Wij helpen jou graag! Je bent ook van harte welkom op ons kantoor om een poging te wagen op de X-Wall.
Staat jouw branche er nog niet tussen?
mail ons, dan kijken we naar de mogelijkheden!
© 2024 – Interactive X-wall. All rights reserved.